Mijn vaste klant Koppert Cress haalt tot wel 15% van de warmtebehoefte… uit de sloot! Meer dan 100.000 m3 gas minder verstoken door slim gebruik van het Hollandse polderlandschap! In deze blog beschrijf ik hoe deze, voor glastuinbouwbegrippen unieke toepassing van aquathermie per toeval ontstond, maar nu ook door de rest van tuinbouw-Nederland wordt ontdekt. Door slimme methoden voor hergebruik van warmte, heeft het Monsterse bedrijf de afgelopen 10 jaar het areaal verviervoudigd, terwijl het gasverbruik omlaag is gegaan.
Als initiator en projectleider voor technische innovaties mag ik ook al zo’n 10 jaar mijn steentje bijdragen aan dit duurzame succes. Enige tijd geleden vroeg Glastuinbouw Nederland mij een advies te schrijven over de toepassing van aquathermie bij Koppert Cress en de potentie van de techniek voor andere tuinbouwbedrijven.
In 2010 breidde Koppert Cress het bedrijf uit met een semi-gesloten kas. De warmte die in de zomer wordt geoogst door koeling van de kas, wordt opgeslagen om in de winter te gebruiken om de kas te verwarmen. Het bedrijf heeft hiervoor vier bronnenparen voor warmte- en koudeopslag (WKO) in de ondergrond op zo’n 150 meter diepte. Het bedrijf is hiertoe geschikt gemaakt om te verwarmen met ‘laagwaardige’ warmte van zo’n 40˚C, waardoor de warmte uit de bronnen met behulp van warmtepompen op efficiënte wijze kan worden ‘opgewaardeerd’.
Ook was Koppert Cress één van de eerste bedrijven LED belichting testte en grootschalig toe ging passen. De aanwezigheid van de WKO maakte de keuze voor een watergekoeld LED systeem extra aantrekkelijk. Echter met één restrictie: ook als het WKO zou uitvallen, moesten de LEDs gekoeld kunnen worden om de teelt te kunnen blijven belichten. Om deze reden werd een pompinstallatie met een capaciteit van 200 m3/u in de naast het bedrijf gelegen sloot geïnstalleerd. De WKO functioneerde vlekkeloos en de noodkoeling is derhalve nooit gebruikt.
Balans is van cruciaal belang voor het functioneren van een WKO-systeem. Na enkele jaren van gebruik constateerden we dat er jaarlijks structureel meer warmte aan de bodem onttrokken werd dan teruggestopt. Een te grote koude ‘bel’ dreigde het gevolg te worden. We zijn daarom op zoek gegaan naar aanvullende manieren om duurzame warmte te ‘oogsten’. Restwarmte uit de koelcel en een grote installatie van zonnecollectoren op het bedrijfsdak werden aan de installatie toegevoegd.
Wat we ook constateerden, was dat het water dat, na koeling van de kas, retour kwam significant koeler was dan de temperatuur van de naastgelegen sloot in de zomer. Door de reeds aanwezige pompinstallatie was de implementatie een fluitje van een cent. Sinds enkele jaren wordt hierdoor met het retourwater uit de kas warmte uit het oppervlaktewater gewonnen.
Potentie voor andere teelten is er zeker. Kritische voorwaarde is de aanwezigheid van een ‘seizoensbuffer’ in de vorm van bijvoorbeeld een WKO-installatie. Veel is afhankelijk van de kosten van het alternatief, veelal gasgestookt verwarmen. Ondanks de Corona-gerelateerde dip in de prijs, zal het gebruik van gas de komende jaren qua prijs en regelgeving steeds minder aantrekkelijk worden. Aquathermie in de bebouwde omgeving komt nu al in aanmerking voor SDE++ subsidie. Het PBL onderzoekt de mogelijkheid toepassing ervan in glastuinbouw in 2021 ook in die regeling op te nemen.
In mijn adviesrapport voor Glastuinbouw Nederland concludeerde ik dat aquathermie een reëel alternatief voor gas was voor een referentiebedrijf in perkgoed. Indien aquathermie voor de glastuinbouw voor SDE++ in aanmerking komt zal de drempel fors worden verlaagd en bredere toepassing voor veel bedrijven mogelijk moeten zijn. Een unieke kans voor duurzame inpassing van glastuinbouw in het waterrijke Nederlandse polderlandschap.